Elk jaar valt één derde van de mensen ouder dan 65 jaar. Twintig procent van hen belandt op de spoedeisende hulp, met steeds meer sterfgevallen. Deze cijfers zullen blijven stijgen, nu de babyboomers op leeftijd komen. Maar veel vallen kunnen worden voorkomen met adequate screeningmaatregelen, en kinesisten zijn degenen die dit moeten doen.

Eerder een luisteraar of kijker dan een lezer? Bekijk dan zeker de onderstaande video.

Deze klinische richtlijn combineert de aanbevelingen van drie practice guidelines om duidelijke richtlijnen te geven voor de praktijk. In deze video leer je hoe je op de juiste manier kunt screenen op vallen en hoe je ze kunt beoordelen en behandelen.

Wanneer moeten we screenen?

Routinematig. Vraag af en toe aan de persoon voor je of hij of zij gevallen is in de afgelopen 12 maanden. Zo niet, vraag dan of hij of zij mobiliteits- of loopproblemen ervaart. Als ten minste één van de twee positief is, moet je snel screenen.

Probeer dit zeker regelmatig te vragen, dergelijke zaken veranderen snel.

Soms kun je al balans- of mobiliteitsproblemen waarnemen wanneer ze de praktijk binnenlopen. Als dit het geval is, beoordeel ze dan, ongeacht hun valgeschiedenis en hun zelfgerapporteerd functioneren.

Geen balans- of loopstoornissen en geen geschiedenis van vallen in de afgelopen 12 maanden? Dan kun je ze met rust laten. Ga door met behandelen waar ze voor binnenkwamen.

Screenen van Balans en Mobiliteit

Nu, wat bedoelen we met deze ‘balans- en mobiliteitsscreening’? Het zal geen overdaad aan tests zijn, omdat we niet eens zeker zijn of er überhaupt beperkingen zijn. Kijk gewoon naar hoe ze stappen, een transfer doen van en naar een stoel, draaien, of vraag hen specifieke taken te doen waar ze zich onzeker over voelen als ze daarover hebben gesproken.

Kijk of je iets kunt vinden dat verder onderzoek vereist.

Een overzichtje van deze beslissingsboom vind je hier:

Avin et al (2015), American Physical Therapy Association, Physical Therapy

Verdere Beoordeling

Medicatie

We beginnen met een medicatiebeoordeling. Neemt de patiënt meerdere (mogelijk onnodige) medicijnen, worden er psychoactieve medicijnen ingenomen? Zo ja, dan kunt u dit melden aan de huisarts in het licht van het valrisico.

Medische geschiedenis

Het tweede aspect om in te duiken is de medische geschiedenis. Je zoekt naar potentieel onbeheerde risicofactoren zoals osteoporose, depressie, urine-incontinentie, hartziekte, enz.

Risicofactoren

Nu dat het meer medische gedeelte uit de weg is, kunnen we ingaan op lichaamsfunctie en -structuur, participatie en activiteiten, en omgevings- en persoonlijke factoren die mogelijk bijdragen. De volgende items zijn allemaal risicofactoren. Elk positief aspect moet worden aangepakt als het binnen je vakgebied ligt.

Kracht

Het zal geen verrassing zijn dat spierzwakte een vastgesteld risicofactor is voor vallen. Meet dus de kracht en let op eventuele zwakke punten.

Balans

De richtlijnen geven geen specifieke tools om te screenen op balans. Dus hier zijn een paar suggesties: Tinetti, Berg Balance Scale, 4-test Balance Scale

Gang

Er zijn tal van tests en checklists om het gangpatroon te beoordelen. De richtlijnen raden aan dat de zorgverlener de passende maatregelen zelf moet bepalen. Hier zijn nog wat ideeën: TUG, algemene gangscreening, 5 of 10 meter wandeltest

ADL

Nu kracht, balans en gangpatroon besproken zijn, kunnen we ingaan op activiteiten van het dagelijks leven. Hoe ziet een typische dag eruit voor uw patiënt? Gebruiken ze loopmiddelen bij bepaalde activiteiten? Eén richtlijn raadde aan om te vragen naar dagelijkse fysieke activiteit, aangezien matige tot hoge fysieke activiteit beschermend is tegen vallen.

Externe Factoren

Ze kunnen sterk zijn en een goede balans hebben, maar losse schoenen en tapijten door hun hele huis zullen het risico op vallen nog steeds vergroten. Zorg ervoor dat je schoeisel controleert en ga door hun huis als je dat kunt.

Cognitie en Neurologische Functie

Alle drie de praktijkrichtlijnen raden screening van cognitie en neurologische functie aan. Er zijn echter discussies over hoe en wat. Perifere neuromusculaire functie kan worden getest, inclusief zenuwfunctie, reflexen en proprioceptie. Bovendien kunnen cerebellaire, extrapyramidale en corticale functies worden beoordeeld.

Qua cognitie zou ik de Mini Mental State Exam (MMSE) nog toevoegen (niet expliciet vermeld in de guideline).

Hartfunctie

Het testen van de hartfunctie moet ook worden opgenomen in uw beoordeling. Je zal misschien denken dat dit door een cardioprofessional moet worden gedaan, maar een kinesist kan gemakkelijk dingen meten zoals hartslag en ritme, posturale pols, bloeddruk en posturale hypotensie om te zien of er problemen zijn die doorverwijzing raadzaam maken.

Visus

Het beoordelen van het gezichtsvermogen staat ter discussie. Eén praktijkrichtlijn beveelt aan om te screenen op verschillende visuele functies, maar de anderen niet. Misschien verwijzen naar een specialist hiervoor.

Urine Incontinentie

Alle drie de richtlijnen raden aan om dit te beoordelen. Je kunt specifiek vragen naar urge- of stressincontinentie.

Extra

Als extra opmerking werden nog drie persoonlijke factoren voorgesteld om te screenen, maar daar was geen overeenstemming over. Dit zijn angst en gezondheidsperceptie, sociale steun en alcoholgebruik.

Behandeling

Nu we het beoordelingsgedeelte hebben gehad, vraag je je misschien af: wat betekent dit allemaal en wat moet ik ermee doen?

Het is eigenlijk vrij eenvoudig. Elke positieve risicofactor moet worden aangepakt in de behandeling, zolang het binnen jouw expertise valt.

Er zijn een paar dingen die je moet doen. Je moet individueel voorgeschreven kracht- en balanstraining aanbieden. Daarnaast moet ook gangtraining worden opgenomen. Als je thuisgevaren zoals tapijten of deur-drempels hebt gevonden, pak deze dan aan, evenals ongeschikt schoeisel.

Een compleet overzicht van alle aanbevelingen kan je hier downloaden.

Referentie

https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/25573760/